Citaten uit boek van Els Moors
Later zullen ze moeite moeten doen om deze tijden te begrijpen.
Gisteren was het eerste hoofdpunt, gebracht door een zichtbaar ontdane nieuwslezeres, dat er die dag in Groenland alleen al een ijsvlakte ter grootte van België gesmolten was, dat er bosbranden uitbraken omwille van de hitte in landen als Noorwegen, en dat diezelfde branden dan weer zorgden voor een fijn laagje roet op het ijs, waardoor het nog sneller ging smelten.
Vlak erna kwam een item over hoe in Frankrijk de autowegen dit weekend volledig zullen dichtslibben, en hoe de luchthaven van Brussel zijn drukste piekdag van het jaar mocht optekenen.
Die beide nieuwsitems zo vlak na elkaar getuigden voor mij plots van de totale schizofrenie waarin we dagelijks leven.
Plots zag ik ons staan, als in een groter verband haast, onze generatie, …
Ons antwoord was dat er alleen maar vandaag was.
Later zullen ze aan ons vragen: maar hoe leefden jullie in die tijden, hoe konden jullie al die rampen zo onbewogen uitzitten, en het antwoord zal waarschijnlijk zijn dat wij ons voornamelijk hebben verveeld. Dat wij het gevoel hadden dat we er niets aan konden veranderen, dat het alleen maar altijd opnieuw over onze hoofden werd beslist.
Ook nu weer zie ik generaties opgroeien die zich niet werkelijk met de tijd waarin ze leven durven verbinden.
Het stomste wat we kunnen doen is geloof ik bang worden. Nee, we moeten juist rationeel en ijverig en vol vertrouwen beslissingen nemen en het tij keren.
We leefden in de roes. We ontwaakten in de impasse.
En al die tijd gaapte de werkelijkheid ons onbevangen in het gezicht. We konden haar niet recht in de ogen kijken. Zozeer bevreesde zij ons, en zo ongevoelig waren we geworden voor haar verpletterende schoonheid.
De schoonheid is de wet van de werkelijkheid, van oorzaak en gevolg, en hoe elk afzonderlijk mens met of zonder macht, die weigert om gehoor te geven aan de grootse veranderingen waar we voor staan, medeverantwoordelijk zal zijn geweest voor het resultaat. Dat is de schoonheid.
In dat opzicht vrees ik de liefde het meest van alles wat ik ook zou kunnen vrezen.
Ons verlangen naar liefde is toch datgene wat we moeten scholen, zodat het groter wordt, en wijder, en meer bevat dan enkel en alleen onze eigen begeerten. Zodat het op een dag duidelijk wordt dat ons verlangen naar liefde nergens zo puur en zuiver en mooi zal zijn geweest als de dag waarop we de hele wereld in bescherming hebben genomen.
Als de tijden waarin we leven grimmig en uitzichtloos zijn geworden, dan is dat omdat wij grimmig en uitzichtloos zijn geworden.
Bron: compilatie van citaten uit hoofdstuk 16 uit het boek Mijn nachten met Spinoza van Els Moors.