Intimiteit NIET in enige afgebakende ruimte

Overweging


De maat van alle dingen
– zo die al bestaat –
is de juiste nabijheid,
inclusief de geboden afstand
van wat mét ons
en tégen ons is,
niet in enige afgebakende ruimte,
niet in een vermoede
of gevreesde confrontatie,
maar in het begrip
van de buigzame,
weerbare,
slijtbare
tussenruimte.
Albert Bontridder’

Bron: Uittreksel uit het boek
Intimiteit
Paul Verhaeghe
Er zijn mogelijk auteursrechten op dit materiaal van toepassing.

Citaten

‘We laten ons een identiteit aanmeten door de Ander en beseffen dat nauwelijks.’

‘Beide verhoudingen – met concrete anderen, met de abstracte Ander – zijn bepalend voor de intieme verhouding die ik ontwikkel met mijzelf en mijn lichaam. De sleutel voor een goed leven ligt daar.’

‘Als ik goed in mijn vel zit, dan is mijn identiteit een meerstemmig koor met het Ik als koorleider die zelf meezingt, maar er ook over waakt dat de stemmen uit de (onder)buik, de bassen, niet alles overstemmen, dat de falset als kopstem zich niet loszingt van de rest van het lijf, dat onze emotionele kant en het kind in ons via sopranen en countertenoren eveneens van zich kunnen laten horen’

Citaten uit:
Intimiteit
Paul Verhaeghe
Er zijn mogelijk auteursrechten op dit materiaal van toepassing.

NIET wenst jou VERBEELDING voor 2019.

    ‘Willen we echt veranderen, dan moeten we keuzes maken die een flink stuk verdergaan dan de voornemens op oudejaarsavond om in het nieuwe jaar iets meer aan sport te doen en wat minder alcohol te drinken. Dan gaat het over keuzes die onze levensstijl en ons comfort bepalen. Wil je écht iedere dag’. ‘met de fiets naar het werk (voor een Nederlander vanzelfsprekend, voor een Vlaming nauwelijks)? En enkel seizoensgebonden groenten en fruit op je bord? Je smartphone aan de kant leggen wanneer je thuis bent? Dergelijke keuzes zijn al knap moeilijk, maar nog klein bier in vergelijking met keuzes inzake ideologie, sociale positie en beroep. Iedereen is voor sociale rechtvaardigheid, tot de fiscus komt aankloppen. Veel mensen willen minder werken en zeggen dat ze status en sociale positie onbelangrijk vinden. Tot ze noodgedwongen op die vlakken moeten inleveren ten gevolge van de zoveelste ‘reorganisatie’ van het bedrijf waar ze werken. Onze zelfkennis blijkt vaak genoeg een illusie te zijn.

    Andere keuzes maken is niet eenvoudig. Het goede nieuws is dat ons tijdperk en onze maatschappij tot de eerste behoren waar dergelijke keuzes inderdaad gemaakt kunnen worden. Helaas wordt die vrijheid beperkt door een aantal factoren.

    Een eerste beperking is algemeen en daarom grotendeels onzichtbaar: de vervreemding waar dit hoofdstuk over handelt. De nieuwe onvrijheid is de verplichting tot concurrentie, ook met onszelf, en tot pleonexia, de noodzaak om van alles steeds meer te hebben. De Duitse socioloog Hartmut Rosa aarzelt niet om daar een totalitair systeem in te herkennen, met toenemend ‘controlemechanismen en bijbehorende dwang.

    De tweede beperking kan niet los gezien worden van de eerste, maar is individueler. Het gaat over belemmeringen die met mijzelf en mijn geschiedenis te maken hebben. Als ik geboren word in een kansarme omgeving, als ik verslaafd ben aan medicijnen, alcohol, gokken, aan mijn smartphone of aan een bepaald type relatie, dan worden mijn keuzemogelijkheden sterk ingeperkt. Ik herinner de lezer aan het marshmallowonderzoek en aan de studie van Emmy Werner op Hawaï. Daaruit bleek de impact van de omgeving op zelfbeheersing, en in ruimere zin op een geslaagd leven. Dezelfde onderzoekers stelden ook vast dat een dergelijke impact niet blijvend hoeft te zijn, en dat mensen kunnen veranderen.

    Andere keuzes maken begint bij bewustwording, bij het besef dat er iets schort. Vervolgens kunnen we op zoek gaan naar de oorzaken en kijken welke we zelf kunnen verhelpen. In nagenoeg alle gevallen zal dat neerkomen op een bewustwording van de vervreemdingseffecten. Welke vervreemdende identiteit hebben we ongeweten aangenomen? Waarom eigenlijk? Hoe kunnen we een andere richting uit gaan?

    Zoals ik eerder uiteenzette is onze identiteit een constructie waarbij we overnemen wat ons voorgehouden wordt (identificatie). Tezelfdertijd kunnen we afstand nemen en keuzes maken (separatie). ‘Keuzes maken we al heel vroeg; zelfs als peuter gaan we op zoek naar autonomie en beslissingsrecht. Als volwassene kunnen we dat nog meer. De Vlaamse filosoof Kris Pint heeft het over verbeeldingsverzet: ik weiger nog langer samen te vallen met de voorgehouden beelden, in mijn fantasie beeld ik mij andere invullingen in die beter bij mij passen. Wie mocht denken dat verbeelding alleen maar verbeelding is en dus waardeloos, herinner ik aan de effecten bij conversie en placebo. Verbeelding is een uitstekend vertrekpunt voor verandering.’

Citaat uit:

Intimiteit

Paul Verhaeghe

NIET en de Ander

Citaat:

‘Goed in je vel zitten’ vind ik een prachtige omschrijving voor een gezonde verhouding tussen lichaam en geest – eigenlijk tussen voelen en denken. Een dergelijke gezonde verhouding hebben we grotendeels te danken aan de interactie met onze ouders, maar de vorming van onze identiteit en de daarin besloten afstemming op ons lichaam vindt natuurlijk ook plaats buiten het gezin. Heel vroeg in de ontwikkeling komen er andere figuren bij naar wie kinderen opkijken en van wie ze beelden en woorden gaan overnemen. Bij uitbreiding hoeven dat zelfs geen figuren van vlees en bloed te zijn; we nemen beelden en woorden over die de ruimere buitenwereld ons aanreikt of opdringt – wat ik in dit boek ‘de Ander’ noem.’

Citaat:

‘Het gevaarlijke van ideologische vervreemding is haar onzichtbaarheid. Het dominante bestel waarin wij leven is zo dominant dat we het niet meer beseffen; het bepaalt ons werkende leven, ons relationele leven, ons onderwijs, onze ontspanning. Groei is overal het doel. Investeren doen we zelfs in onze relaties; kinderen moeten ‘ondernemer van zichzelf’ worden; hobby’s zijn iets voor bejaarden, in mijn vrije tijd zet ik prestaties neer waarmee ik mezelf kan neerzetten op sociale media. En vooral: de huidige vervreemding bepaalt de manier waarop we met ons lichaam omgaan.’

Citaten uit:
Intimiteit
Paul Verhaeghe

Gedragsverandering

Bron: whitepaper appelo

De formule

Wetenschappelijk onderzoek naar verandering heeft tot de volgende formule geleid:

dΔ = F(iD x D x iA)

Duurzame (d) gedragsverandering (Δ) is een functie (F) van de factoren innerlijke drang (iD), discipline (D) en interne attributie (iA). Duurzaam veranderen lukt alleen wanneer je op alle drie de factoren scoort. Innerlijke drang bestaat uit lijdensdruk en het hebben van een alternatief. Wie teveel alcohol drinkt, heeft last van de gevolgen en gaat wat zien in het drinken van water.
Discipline slaat op het vermogen om weerstand te bieden aan (de voordelen van) gewoontes en aan sociale druk. Teveel drinken gaat bijvoorbeeld samen met het na thuiskomst automatisch naar de koelkast lopen en een ijskoud biertje achterover slaan. Om deze gewoonte te veranderen moet je voortaan naar de kraan lopen. ‘Het’ niet meer doen, is het moeilijkste van gedragsverandering. Zeker wanneer er naast de gewoonte sprake is van sociale druk. Bijvoorbeeld een partner die ook bier drinkt en het niet gezellig vindt als jij het bij water houdt.
Interne attributie is een technische term voor de combinatie van jezelf verantwoordelijk maken voor mislukking en ervan overtuigd zijn dat je het de volgende keer anders gaat doen. Wie tijdens het oefenen met water drinken toch weer een keer aan het bier gaat, moet zichzelf daar de schuld van geven en zeker weten dat het niet weer gebeurt.

Ecologisch wezen

Ik zal het woord “wij” gebruiken om te benadrukken dat de wezens die verantwoordelijk zijn voor de wereldwijde opwarming geen zeepaarden zijn: het gaat om menselijke wezens zoals ik.
Citaat, pag. 13

Ecologisch wezen probeert er in de eerste plaats een vinger achter te krijgen op welke manieren we tegen onszelf praten over ecologie.
Citaat, pag. 19

Vele duizenden jaren vanaf nu zal jouw individuele bijdrage van geen enkele betekenis meer zijn. Toch zullen je daden ingrijpende gevolgen hebben. Dat is de paradox van het ecologische tijdperk.
Citaat, pag. 46

De paradox luidt als volgt: we weten wat we moeten doen en we kunnen ons niet ver genoeg boven de wereld verheffen om precies te zien hoe dat eruit ziet.
Citaat, pag. 25

Je hoeft niet ecologisch te worden. Je bent het al.
Citaat, pag. 241