Zee nu

Eva Meijer

Zee Nu is als de zee – grillig, woest en onvoorspelbaar, dreigend en uiteindelijk troostend.

Het duurde even voor de mensen begrepen wat er aan de hand was. De zee komt de ene dag verder het strand op dan de andere. Een enkele strandwandelaar voelde wel dat er iets niet in de haak was. Maar wat?

De zee wint elke dag een kilometer terrein. Polders aan de kust lopen vol en de boulevard van Scheveningen staat blank. De minister-president geeft een persconferentie en Defensie stuurt soldaten naar de dijken. Op Twitter roepen complotdenkers Actie!, de Action adverteert: Eenmalig! 4 reddingsvesten voor de prijs van 3!Wetenschappers komen van heinde en verre om dit zeldzame fenomeen te onderzoeken. Duitsland stelt sportzalen voor de geëvacueerde buren ter beschikking. De koning vertrekt naar zijn vakantiehuis in Mozambique. Maar waar moeten de herten heen? En hoe zal het de blijvers vergaan die hun kampement opslaan op de daken van kantoorgebouwen in de Randstad?

Als de mensen geëvacueerd zijn en de laatste meeuwen hun heil elders zoeken, volgen wij activiste Arie, scholier Wilg en oceanograaf Paula van der Steen op hun tocht over de nieuwe zee, en ontdekken hoe het water hun kijk op de wereld fundamenteel verandert.

Zee Nu is als de zee – grillig, woest en onvoorspelbaar, dreigend en uiteindelijk troostend. Het is een roman over het grootste gevaar van dit moment, over Nederland, over de natuur die ons bedreigt en koestert en over de mens, die gedwongen wordt zichzelf opnieuw uit te vinden.

Bron: https://www.uitgeverijcossee.nl/boek/Zee-Nu-T782.php

Wie doet zichzelf vrijwillig tekort?

Binnenkort is deze roman geen science-fiction meer

Erik Rozing: Wie doet zichzelf vrijwillig tekort? Dat is de vraag in een roman die behalve het klimaat ook andere kwesties van nu prikkelend urgent voor het voetlicht brengt.


Erik Rozing: Staat van ontkenning. Meulenhoff, 415 blz. € 21,99

Om met name de realisten onder u een stapje tegemoet te komen publiceerde deze krant een jaar of vijftien geleden de reeks ‘Fictie bij de feiten’, waarin een boekenredacteur de opmerkelijke overeenkomsten aanwees tussen een actueel nieuwsfeit en een (meestal al wat ouder) fictief boek. De aanstichters van de financiële crisis in 2008, de kledingvoorschriften van de Libische leider Moammar Gaddafihet instorten van een archief in Keulen: het bleek allemaal al een keer te zijn beschreven in de literatuur, of dat nu door Melville, Couperus of Böll was gedaan. Het idee achter deze reeks was natuurlijk heerlijk bijdehand en een beschaafde vermaning aan iedereen die de fictie beschouwt als een soort dooie diender, die als een gedweeë notulist achter de werkelijkheid aan sloft. Want wie fictie leest, luidde de les, die kan de bui (een nieuwsfeit is vaker een bui dan een doorbrekend zonnetje) juist al een beetje zien hangen. 

Precies dit, die voorafschaduwende kwaliteit die sommige fictie aanhangt, is wat Erik Rozings roman Staat van ontkenning zo interessant maakt. Over kwesties als stijl en compositie kun je het bij de beoordeling ervan uiteraard ook hebben, maar wat het meest in het oog springt is hoezeer dit boek preludeert op een wereld die komen gaat. En die er eigenlijk al is. Want sciencefiction is het niet – of hooguit ten dele. Het is een boek, en lijkt een boek te zullen blijven, dat bijna met de dag aan sf inboet en aan realisme wint.

Bron: NRC 6 mei 2022, recensie van Sebastiaan Kort

https://www.nrc.nl

Noordzee

Citaat – citaat – citaat – citaat – citaat – citaat – citaat -citaat – citaat – citaat- citaat

Ons gehele leven wordt ook gekleurd door verwijdering van de natuur, die wordt afgedwongen door de geldeconomie en het daarvan afhankelijke stadsleven. Misschien echter wordt het eerst daardoor mogelijk de natuur werkelijk esthetisch en romantisch te ervaren. Wie gewend is in direct contact met de natuur te leven, die mag dan wel haar bekoringen subjectief ondergaan, echter de afstand tot haar, waardoor alleen de werkelijke esthetische beschouwing ervan mogelijk is, ontbreekt hem. Bovendien ontstaat daaruit ook dat stille verdriet, dat gevoel van smachtende vervreemding en verloren paradijs, zoals gekarakteriseerd door het romantische natuurgevoel. Dat de moderne mens het meest van de natuur geniet in de sneeuwgebieden van de Alpen en aan de Noordzee, laat zich misschien niet alleen verklaren uit de toegenomen behoefte aan opwinding; maar ook daaruit, dat deze ontoegankelijke, ons eigenlijk afwijzende wereld de meest extreme intensivering en stilering vormt van datgene wat natuur überhaupt nog voor ons is: een vergezicht van de psyche, dat zelfs op de momenten van lichamelijke nabijheid zich aan ons manifesteert als innerlijk onbereikbaar, een nooit ingeloste belofte, en zelfs onze vurigste overgave met lichte tegenstand en gereserveerdheid beantwoord.

…….

En dat is niet in tegenspraak met het feit dat juist het geldbezit ons de mogelijkheid biedt voor een vlucht in de natuur. Want juist het feit dat de stadsmens slechts onder deze voorwaarde van haar kan genieten, voegt tussen hem en de natuur die distantie in – al is het ook met veel variaties en louter resonanties – die slechts verbindt door tegelijkertijd te scheiden.

Bron: George Simmel, pagina 658

Vreugde

Citaten uit boek van Els Moors

Later zullen ze moeite moeten doen om deze tijden te begrijpen.

Gisteren was het eerste hoofdpunt, gebracht door een zichtbaar ontdane nieuwslezeres, dat er die dag in Groenland alleen al een ijsvlakte ter grootte van België gesmolten was, dat er bosbranden uitbraken omwille van de hitte in landen als Noorwegen, en dat diezelfde branden dan weer zorgden voor een fijn laagje roet op het ijs, waardoor het nog sneller ging smelten.

Vlak erna kwam een item over hoe in Frankrijk de autowegen dit weekend volledig zullen dichtslibben, en hoe de luchthaven van Brussel zijn drukste piekdag van het jaar mocht optekenen.

Die beide nieuwsitems zo vlak na elkaar getuigden voor mij plots van de totale schizofrenie waarin we dagelijks leven.

Plots zag ik ons staan, als in een groter verband haast, onze generatie, …

Ons antwoord was dat er alleen maar vandaag was.

Later zullen ze aan ons vragen: maar hoe leefden jullie in die tijden, hoe konden jullie al die rampen zo onbewogen uitzitten, en het antwoord zal waarschijnlijk zijn dat wij ons voornamelijk hebben verveeld. Dat wij het gevoel hadden dat we er niets aan konden veranderen, dat het alleen maar altijd opnieuw over onze hoofden werd beslist.

Ook nu weer zie ik generaties opgroeien die zich niet werkelijk met de tijd waarin ze leven durven verbinden.

Het stomste wat we kunnen doen is geloof ik bang worden. Nee, we moeten juist rationeel en ijverig en vol vertrouwen beslissingen nemen en het tij keren.

We leefden in de roes. We ontwaakten in de impasse.

En al die tijd gaapte de werkelijkheid ons onbevangen in het gezicht. We konden haar niet recht in de ogen kijken. Zozeer bevreesde zij ons, en zo ongevoelig waren we geworden voor haar verpletterende schoonheid.

De schoonheid is de wet van de werkelijkheid, van oorzaak en gevolg, en hoe elk afzonderlijk mens met of zonder macht, die weigert om gehoor te geven aan de grootse veranderingen waar we voor staan, medeverantwoordelijk zal zijn geweest voor het resultaat. Dat is de schoonheid.

In dat opzicht vrees ik de liefde het meest van alles wat ik ook zou kunnen vrezen.

Ons verlangen naar liefde is toch datgene wat we moeten scholen, zodat het groter wordt, en wijder, en meer bevat dan enkel en alleen onze eigen begeerten. Zodat het op een dag duidelijk wordt dat ons verlangen naar liefde nergens zo puur en zuiver en mooi zal zijn geweest als de dag waarop we de hele wereld in bescherming hebben genomen.

Als de tijden waarin we leven grimmig en uitzichtloos zijn geworden, dan is dat omdat wij grimmig en uitzichtloos zijn geworden.

Bron: compilatie van citaten uit hoofdstuk 16 uit het boek Mijn nachten met Spinoza van Els Moors.

Intimiteit NIET in enige afgebakende ruimte

Overweging


De maat van alle dingen
– zo die al bestaat –
is de juiste nabijheid,
inclusief de geboden afstand
van wat mét ons
en tégen ons is,
niet in enige afgebakende ruimte,
niet in een vermoede
of gevreesde confrontatie,
maar in het begrip
van de buigzame,
weerbare,
slijtbare
tussenruimte.
Albert Bontridder’

Bron: Uittreksel uit het boek
Intimiteit
Paul Verhaeghe
Er zijn mogelijk auteursrechten op dit materiaal van toepassing.

Citaten

‘We laten ons een identiteit aanmeten door de Ander en beseffen dat nauwelijks.’

‘Beide verhoudingen – met concrete anderen, met de abstracte Ander – zijn bepalend voor de intieme verhouding die ik ontwikkel met mijzelf en mijn lichaam. De sleutel voor een goed leven ligt daar.’

‘Als ik goed in mijn vel zit, dan is mijn identiteit een meerstemmig koor met het Ik als koorleider die zelf meezingt, maar er ook over waakt dat de stemmen uit de (onder)buik, de bassen, niet alles overstemmen, dat de falset als kopstem zich niet loszingt van de rest van het lijf, dat onze emotionele kant en het kind in ons via sopranen en countertenoren eveneens van zich kunnen laten horen’

Citaten uit:
Intimiteit
Paul Verhaeghe
Er zijn mogelijk auteursrechten op dit materiaal van toepassing.

NIET wenst jou VERBEELDING voor 2019.

    ‘Willen we echt veranderen, dan moeten we keuzes maken die een flink stuk verdergaan dan de voornemens op oudejaarsavond om in het nieuwe jaar iets meer aan sport te doen en wat minder alcohol te drinken. Dan gaat het over keuzes die onze levensstijl en ons comfort bepalen. Wil je écht iedere dag’. ‘met de fiets naar het werk (voor een Nederlander vanzelfsprekend, voor een Vlaming nauwelijks)? En enkel seizoensgebonden groenten en fruit op je bord? Je smartphone aan de kant leggen wanneer je thuis bent? Dergelijke keuzes zijn al knap moeilijk, maar nog klein bier in vergelijking met keuzes inzake ideologie, sociale positie en beroep. Iedereen is voor sociale rechtvaardigheid, tot de fiscus komt aankloppen. Veel mensen willen minder werken en zeggen dat ze status en sociale positie onbelangrijk vinden. Tot ze noodgedwongen op die vlakken moeten inleveren ten gevolge van de zoveelste ‘reorganisatie’ van het bedrijf waar ze werken. Onze zelfkennis blijkt vaak genoeg een illusie te zijn.

    Andere keuzes maken is niet eenvoudig. Het goede nieuws is dat ons tijdperk en onze maatschappij tot de eerste behoren waar dergelijke keuzes inderdaad gemaakt kunnen worden. Helaas wordt die vrijheid beperkt door een aantal factoren.

    Een eerste beperking is algemeen en daarom grotendeels onzichtbaar: de vervreemding waar dit hoofdstuk over handelt. De nieuwe onvrijheid is de verplichting tot concurrentie, ook met onszelf, en tot pleonexia, de noodzaak om van alles steeds meer te hebben. De Duitse socioloog Hartmut Rosa aarzelt niet om daar een totalitair systeem in te herkennen, met toenemend ‘controlemechanismen en bijbehorende dwang.

    De tweede beperking kan niet los gezien worden van de eerste, maar is individueler. Het gaat over belemmeringen die met mijzelf en mijn geschiedenis te maken hebben. Als ik geboren word in een kansarme omgeving, als ik verslaafd ben aan medicijnen, alcohol, gokken, aan mijn smartphone of aan een bepaald type relatie, dan worden mijn keuzemogelijkheden sterk ingeperkt. Ik herinner de lezer aan het marshmallowonderzoek en aan de studie van Emmy Werner op Hawaï. Daaruit bleek de impact van de omgeving op zelfbeheersing, en in ruimere zin op een geslaagd leven. Dezelfde onderzoekers stelden ook vast dat een dergelijke impact niet blijvend hoeft te zijn, en dat mensen kunnen veranderen.

    Andere keuzes maken begint bij bewustwording, bij het besef dat er iets schort. Vervolgens kunnen we op zoek gaan naar de oorzaken en kijken welke we zelf kunnen verhelpen. In nagenoeg alle gevallen zal dat neerkomen op een bewustwording van de vervreemdingseffecten. Welke vervreemdende identiteit hebben we ongeweten aangenomen? Waarom eigenlijk? Hoe kunnen we een andere richting uit gaan?

    Zoals ik eerder uiteenzette is onze identiteit een constructie waarbij we overnemen wat ons voorgehouden wordt (identificatie). Tezelfdertijd kunnen we afstand nemen en keuzes maken (separatie). ‘Keuzes maken we al heel vroeg; zelfs als peuter gaan we op zoek naar autonomie en beslissingsrecht. Als volwassene kunnen we dat nog meer. De Vlaamse filosoof Kris Pint heeft het over verbeeldingsverzet: ik weiger nog langer samen te vallen met de voorgehouden beelden, in mijn fantasie beeld ik mij andere invullingen in die beter bij mij passen. Wie mocht denken dat verbeelding alleen maar verbeelding is en dus waardeloos, herinner ik aan de effecten bij conversie en placebo. Verbeelding is een uitstekend vertrekpunt voor verandering.’

Citaat uit:

Intimiteit

Paul Verhaeghe

NIET en de Ander

Citaat:

‘Goed in je vel zitten’ vind ik een prachtige omschrijving voor een gezonde verhouding tussen lichaam en geest – eigenlijk tussen voelen en denken. Een dergelijke gezonde verhouding hebben we grotendeels te danken aan de interactie met onze ouders, maar de vorming van onze identiteit en de daarin besloten afstemming op ons lichaam vindt natuurlijk ook plaats buiten het gezin. Heel vroeg in de ontwikkeling komen er andere figuren bij naar wie kinderen opkijken en van wie ze beelden en woorden gaan overnemen. Bij uitbreiding hoeven dat zelfs geen figuren van vlees en bloed te zijn; we nemen beelden en woorden over die de ruimere buitenwereld ons aanreikt of opdringt – wat ik in dit boek ‘de Ander’ noem.’

Citaat:

‘Het gevaarlijke van ideologische vervreemding is haar onzichtbaarheid. Het dominante bestel waarin wij leven is zo dominant dat we het niet meer beseffen; het bepaalt ons werkende leven, ons relationele leven, ons onderwijs, onze ontspanning. Groei is overal het doel. Investeren doen we zelfs in onze relaties; kinderen moeten ‘ondernemer van zichzelf’ worden; hobby’s zijn iets voor bejaarden, in mijn vrije tijd zet ik prestaties neer waarmee ik mezelf kan neerzetten op sociale media. En vooral: de huidige vervreemding bepaalt de manier waarop we met ons lichaam omgaan.’

Citaten uit:
Intimiteit
Paul Verhaeghe

Wereldgeschiedenis van Nederland

Citaat, pag. 270

1658
Onmisbare migranten voor de Gouden Eeuw

Het beeld bestaat dat migranten in de Gouden Eeuw voornamelijk bestonden uit kapitaalkrachtige en hoogopgeleide migranten. Maar net als vandaag de dag waren de meeste relatief arm en laagopgeleid. Zij drukten een groot en blijvend stempel op immigrantensteden als Amsterdam.

Citaat, pag. 271
… In de bouwsector was dit aandeel zelfs nog hoger: zo’n 80 procent van de bouwvakkers in Amsterdam was geboren buiten de landsgrenzen.

Steven Pinker

Steven Pinker schrijft in zijn boek kritisch over kleine groene initiatieven, omdat die initiatieven materieel geen invloed hebben. Die constatering is op zich juist, maar bij kleine initiatieven weten de uitvoerders dat zelf ook heus wel. De uitvoerders kennen hun beperkingen en het gaat hen dan ook niet om de materialiteit van hun initiatieven, maar om uitdrukking te geven aan hun groeiende bewustzijn, dat het maatschappelijk systeem een duurzame voetafdruk nodig heeft om te overleven. Deze initiatieven zijn dus niet gericht op materialiteit, maar onderbouwen de groei en de kracht van het collectieve bewustzijn, dat de basis is om tot de acceptatie van grote stappen te komen, die nodig zijn om wel wezenlijke veranderingen te weeg brengen.