– Alleen bij een overtuigende WEL is NIET mogelijk.
– Zonder WEL geen NIET.
– WEL en NIET sluiten elkaar uit.
– WELstand uit hoofde van NIET gedaan.
– Geen WEL zonder NIET.
– Alleen bij een overtuigende WEL is NIET mogelijk.
– Zonder WEL geen NIET.
– WEL en NIET sluiten elkaar uit.
– WELstand uit hoofde van NIET gedaan.
– Geen WEL zonder NIET.